Wat is de gemmotherapie?

Gemmotherapie, ook wel knoppentherapie genoemd, is de jongste en nog niet zo bekende tak van de fytotherapie of kruidengeneeskunde, die met behulp van planten gezondheidsproblemen wil voorkomen en behandelen. Afgeleid van het Latijnse woord ‘gammae’ dat zowel knop als edelsteen betekent, maakt gemmotherapie uitsluitend gebruik van verse embryonale vezels van planten, bomen en struiken, met name knoppen, jonge scheuten en wortelvezels.
Door maceratie in een mengsel van water, alcohol en glycerine, worden de actieve bestanddelen, de cellulaire energie en de vitale eigenschappen van de embryonale plantenvezels geconcentreerd. Gemmotherapie, ook wel eens energetische celtherapie genoemd, is een manier om ons organisme te ondersteunen en onze gezondheid te behouden of te optimaliseren.
De therapeutische werking van knoppen is sterk verwant met deze van de fytotherapie: zwarte bes voor energie, den tegen de hoest, meidoorn voor het hart... Daarnaast hebben verschillende gemmotherapeutische producten ook diuretische, drainerende of ontgiftende eigenschappen.

Historiek van de gemmotherapie

  • Het gebruik van knoppen voor therapeutische doeleinden in de traditionele farmacopee dateert uit de middeleeuwen. In tijden van de alchemisten werden onder andere populierknoppen gebruikt voor de bereiding van populierzalf en dennenknoppen voor de bereiding van kruidenthee en hoestsiroop.
  • Het duurde echter tot de jaren ’60 van vorige eeuw voordat Dr. Pol Henry, een Belgische homeopaat, zich door de ontdekkingen op het gebied van dierlijke embryonale cellen liet inspireren om de grondslagen te leggen van wat hij ‘fyto-embryotherapie’ noemde. In 1970 publiceerde hij de resultaten van zijn wetenschappelijk onderzoek naar de werking van knoppenextracten op de gezondheid.
  • Dr. Max Tétau, een Franse homeopaat, die de kennis van de knoppentherapie heropnam en verder ontwikkelde, gaf aan deze therapie haar huidige naam ‘gemmotherapie’, afgeleid van het Latijnse ‘gemmae’. De discipline veranderde niet alleen haar naam, maar nam ook principes op die haar dichter bij de theorieën en methoden van de homeopathie brachten.

De belangrijkste beginselen van gemmotherapie

  • De knop, het volledige genetisch patrimonium van de plant
    Volgens de theorie bevatten knoppen alle vitale geconcentreerde energie en de actieve beginselen die noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling van de boom of struik. De knop omsluit dus bepaalde therapeutische eigenschappen die superieur zijn aan die van de verschillende afzonderlijke delen van de volgroeide plant. De knop, het eigenlijke embryonaal weefsel van een boom of struik in wording, zou het ontwikkelingspotentieel van de volledige plant in zich dragen, hetzij zowel de wortels, de stengels, de bladeren, de bloemen als de vruchten. Dit zou de grote doeltreffendheid van de werking van de knoppenextracten verklaren. Om die reden wordt ook wel eens gezegd dat de knop de geconcentreerde ‘totum’ van de plant is. Binnenin de knop zien we ook miniature blaadjes en stengels, evenals de aanzet van bloemen. Het embryonale weefsel van de knop bevat dus het volledige genetische patrimonium van de toekomstige plant. De plantaardige weefsels zijn rijk aan nucleïnezuren, aminozuren, fytohormonen, mineralen, sporenelementen, vitaminen en sap. Veel van die werkzame stoffen zullen niet noodzakelijkerwijs ook aanwezig zijn - of in veel mindere mate - in de volwassen plant.
  • In de gemmotherapie spreekt men over de ‘globaliteit’ van de knop
    In tegenstelling tot de fytotherapie waar men slechts een deel van een volwassen plant gebruikt, gebruikt de gemmotherapie het embryonale weefsel in volle ontwikkeling. Van het embryonale weefsel wordt gezegd dat het niet alleen een hogere concentratie actieve bestanddelen bevat, maar ook een veel breder werkingsspectrum heeft dan elk van de afzonderlijke plantendelen. De remedies omsluiten alle eigenschappen van de plant, dus zowel van de wortels, de schors, de bladeren, de bloemen en de vruchten.
    Zo zou de knop van de meidoorn (Crategus oxyacantha), een plant die vaak in de gemmotherapie wordt gebruikt, de eigenschappen bezitten van zowel de vrucht (werking op de hartspier) als de bloem (werking op het hartritme). Nog suggestiever is de knop van de linde (TiliaTomentosa), die de kalmerende eigenschappen van de bloem van deze boom combineert met de depuratieve en diuretische eigenschappen van de schors, het zachte en witachtige deel dat zich elk jaar vormt tussen het harde hout en de schors.
  • Uitzondering
    De ‘globaliteit’ waarvan hierboven sprake mag echter niet tot absolute regel worden verheven. De knop bevat immers niet altijd alle eigenschappen van de plant. Groei kan ook een belangrijke, zo niet essentiële rol spelen in de verwerving van bepaalde eigenschappen. Zo heeft de frambozenknop niet het hoge vitamine C-gehalte van de rijpe vrucht.